Voorbij zijn de twee oudere vrouwen, gekleed in strakke zwarte en doordringende ogen, die nu met een reflectie van de zon lijken diep vochtige. Hun ogen zijn diep, vreemd. Niets, geen mensen, geen vergeten en stilte. Mido's dood is, omdat alleen dat, vergetelheid. Geen tijd meer voor hem in het leven.